Mijn stad heeft gouden torens
Mijn stad heeft grijze straten
Mijn stad ligt langs de Schelde
's Nachts te slapen
Mijn stad heeft rode lippen
En een hart van diamant
Ze kan uren naar me kijken
Ze kan me schaamteloos verleiden, want
Mijn stad heeft mooie benen
Mijn stad heeft felle ogen
Mijn stad kan weinig geven
Maar ze kan zoveel beloven
Mijn stad heeft een verleden
Waar ze nooit iets van vertelt
Ze is betoverd door de liefde
En verloederd door het geld
Maar ik hou van mijn stad
Ik hou van mijn stad
Mijn stad, mijn stad, mijn hart
Mijn stad verstopt de mensen
Zonder geld, zonder bezit
In de godvergeten krotten
In de kamer zonder licht
Daar wonen tandenloze vrouwen
Door de weemoed aangedaan
Ze hebben zovel te vertellen
Maar geen mens kan ze verstaan
En in mijn buurt lopen de hoeren
op het grote Astridplein
Ze zijn dicht bij het station
Maar ze nemen nooit de trein
In elke straat ben ik geboren
Ik ken de weg naar elke kroeg
Want ik heb mezelf gezocht hier
Van 's avonds laat tot 's morgensvroeg
En ik hou van mijn stad
Ik hou van mijn stad
Mijn stad, mijn stad, mijn hart
Mijn stad, mijn stad is zacht
Zo zacht als helder water
Ze is teder voor een dromer
Ze heeft een haven voor piraten
En mijn stad, mijn stad is hard
En onuitstaanbaar arrogant
Want ze haat, ze haat een vreemde
Uit een ver en arm land
Maar ik hou van mijn stad
Ik hou van mijn stad
Ik hou van mijn stad
Ik haat, ik hou van mijn stad
Ik hou van mijn stad
Ik haat van mijn stad
Ik hou van mijn stad
Mijn hart...