Kijk eens, het is herfst.
De blaadjes gaan nu vallen.
De koetjes in de wei,
gaan snel weer naar de stallen.
Kijk eens, het is herfst.
De laatste bloempjes bloeien.
Je ziet nu in het bos,
de paddestoelen groeien.
Kijk eens het is herfst.
Het egeltje gaat slapen.
Je kunt nu hier en daar,
weer beukenootjes rapen.
Kijk eens het is herfst.
De wind giert door de takken.
De vogeltjes gaan gauw,
hun koffertjes weer pakken.
Смотри-ка, это осень.
Листики сейчас начнут падать.
Коровки в поле,
Пойдут скоро снова в хлев.
Смотри-ка, это осень.
Цветут последние цветочки.
Ты видишь сейчас в лесу,
Растущие грибы.
Смотри-ка, это осень.
Ежик пойдет спать.
ты можешь тут и там,
Собирать буковые орешки.
Смотри-ка, это осень.
Ветер шумит в ветвях.
Птички скоро начнут,
Снова собирать свои чемоданчики.